Vertrokken in Nouna, maar eerst nog feest natuurlijk! Onze laatste avond nodigden we onze vrienden uit om nog eens gezellig samen te tafelen. Suzanna had zelfs keilekkere wijn bij! Alsof dat nog niet genoeg was, is iedereen ons nog komen uitwuiven ‘s morgens ook! In België; zou niemand daar tijd voor hebben. Blank of zwart, in Nouna is iedereen al een beetje Afrikaan geworden! De kolonel had zelfs een cadeautje bij, een houten plaat met daarop de kaart van Burkina gebrand en daarin enkele wilde dieren. Zijn broer had dit gemaakt. Viviane kwam tijdens haar voormiddagpauze op school zelfs nog even langs en moest een traan wegpinken. We zijn hier maar anderhalve week geweest en zo’n afscheid. Het is onvoorstelbaar. We zullen jullie missen! Bedankt allemaal!
Op naar de grote stad Ouagadougou. Hier moeten we zijn om ons visum voor Ghana aan te vragen, stok in te slaan in de Marina Supermarket en de OK Inn te inspecteren. De OK Inn is een chique hotel waar je als overlander gratis mag kamperen op de parking, gebruik maken van het zwembad en als je iets drinkt in de bar is er wifi. Alle overlanders praten erover, dus dat moeten we even controleren. Zo gezegd, zo gedaan, het klopt allemaal als een bus. En wat hebben wij in de bar gedronken? Een cocktail, mmmm!

Voor het weekend, wachtend op ons visum, trekken we toch naar Bazoulé;, een dorpje, enkele kilometers buiten Ouaga, ons aangeraden door Renée. Ze hebben daar een meer met heilige krokodillen en é;é;n kampement. De patron van het kampement was ontzettend vriendelijk. We mochten zonder probleem kamperen en koken enzo. ‘Hoeveel is het per nacht?’ Een verbaasde blik, discussie met enkele anderen die er werken in hun taal‘ ‘Goh, eigenlijk gebruiken jullie niets van ons, goh, als jullie vertrekken, kan je misschien een kleine bijdrage geven voor het dorp, wat je wil‘ is dat goed?…’ Hoor ik dat nu goed? Weeral een plek waar ze geen geld uit je zakken kloppen? Burkina is fantastisch! De patron kende ook nog Renée en haar familie, er werden handen geschud, gelachen en het ijs was gebroken.
Het viel op hoe goed die gemeenschapskas van het dorp hier werkt. Het geld van het meer (gids en kip om te offeren), het kampement en de artisanat die verkocht worden, gaat allemaal in de dorpskas. Met dit geld zijn bijvoorbeeld een jeugdhuis, mooie winkeltjes en ateliers voor de artisanat gebouwd. In die ateliers kunnen de jongeren na school workshops volgen om zelf de stiel te leren: bronzen beeldjes maken, houtbewerking of batikken. Medunkt zijn er veel geboren kunstenaars in Bazoulé;, want ze maken er echt prachtige dingen. In het kampement staan stenen banken in de vorm van dieren en het jeugdhuis is ook supertof versierd. Beiden door dezelfde kunstenaar. Deze gemeenschapskas maakt het ook veel aangenamer voor de toerist. De mensen moeten niet hun eigen kost verdienen, dus niemand die u lastig valt en omdat het zo mooi gepresenteerd is en niemand opdringerig doet, is het een plezier om rond te kijken in de winkeltjes. Je krijgt ook uitvoerig uitleg in de ateliers. Gevolg: je koopt iets van harte! Ze vragen vrij correcte prijzen. Iedereen tevreden! Het werkt daar echt. Op veel plaatsen kunnen ze nog iets leren van Bazoulé;!
Als wij normale toeristen zouden geweest zijn, zouden we dus een kip gekocht hebben en die dan aan de krokodillen gevoerd hebben, om een foto te hebben met onszelf en de krok en de dode kip. Maar vermits wij nu eenmaal niet normaal zijn, kozen wij ervoor om naar de voetbal te gaan. Een kip kopen voor oververzadigde krokodillen, in een dorp waar de mensen elke maaltijd tô eten, vonden wij zowieso al maar raar. Nu was er toevallig zondagnamiddag match tussen Bazoulé; en een ander dorp. De twee chiefs hadden dit georganiseerd om de jeugd te motiveren, nuttig bezig te houden. Een hele gebeurtenis in zo’n klein dorp! En voor ons ook weer een toffe ervaring! Twee dorpen verzameld, de leraar van Bazoulé; die de organisatie op zich neemt, de geluidsinstalatie van het jeugdhuis, twee echte voetbalcommentators, de chiefs en oude wijzen in traditionele klederdracht en met zwaard in een huls met flosj, sommigen wel met wollen muts of sjaal en kapotte sokken, een man op een paard die kunstjes vertoond, een echte voetbalbeker, een dé;filé; van alle voetbalploegjes, hun naam geschreven op een kartonnetje en bevestigd op een stokje, de twee é;chte ploegen, per ploeg dezelfde truitjes, verschillende broekjes en sokken, velen met watersandalen, scheidsrechters, publiek dat in de bomen hangt, een bal, een stoffig veld en de match kan beginnen. Passen geven, dat kennen ze hier niet, maar ambiance verzekerd. Wij mochten natuurlijk weer op een stoel zitten, maar op den duur zaten de mensen die achter ons stonden zo goed als in onze nek. Bij de rust stormden de kinderen op het veld. Uiteindelijk was het nul-nul, iedereen blij, snel naar huis, voor den donkere.
Op een nacht hoorden we drie geluiden, zoals kanonschoten. De volgende dag vroegen we aan de patron wat dat was. ‘Omdat er iemand gestorven is,’ zei hij, ‘Je moet geen schrik hebben hier, hoor! Ik slaap naast jullie, hier in het huisje!’ Sindsdien stelde hij ons elke avond gerust.
Dag Bazoulé;! Mercikes en doe zo voort!

Terug naar Ouaga, visum ophalen en dan naar Koupé;la voor onze nieuwe missie. De missie: zoek Raki, 11 jaar, plan kind van Hedwig, geef een cadeautje af. Gegevens: woont in het dorp Guirgo, in de provincie Kouritenga, hoofdstad Koupé;la, vader heet Salfo, moeder Salamate. Een kolfje naar onze hand!
Als uitvalsbasis nemen we Koupé;la. Staat niet in de reisgidsen, dus waar kunnen we slapen? Een auto achter ons claxoneert, een Belg, zijn vrouw wijst ons de weg naar ‘la mission catholique’, bij de nonnen dus. Ze hebben een heel grote tuin met lekker veel schaduw. De hoofdzuster is gereserveerd, maar we mogen er gratis kamperen! Sympathieke nonnekes in Koupé;la!
‘s Ochtends gaat Gert brood kopen en vraagt even rond naar het dorp Guirgo. Een oude man weet het zijn. ‘Het is niet zo ver. Ga naar Pouytenga en vraag het daar nog eens. Daar is het enkele kilometers de brousse in. Heb je een fiets?’ vraagt hij bezorgd. ‘Nee, maar wel een auto?’ De man moet lachen: ‘Geen probleem!’
We gaan nog even langs de markt om een mooie pagne (=Afrikaanse rok) te kopen voor Raki en ineens ene voor mij, want mijn broeken zijn aan het verslijten. In Pouytenga aangekomen, spreken we een groepje mannen aan. ‘Het dorp Guirgo?’ Eé;n man, Dieudonné;, weet met zekerheid de weg. Het blijkt echter onmogelijk uit te leggen, te ingewikkeld. ‘Heb je tijd? Wil je met ons meegaan? Daarna komen we terug naar hier.’ Tijd had hij wel, maar zin precies niet. Zijn jongere cousin moest maar meegaan. Die wou wel, maar kende eigenlijk toch niet zo goed de weg. ‘Kunnen we alletwee mee?’ ‘Nee, we hebben maar é;é;n extra zitplaats.’ ‘Mmm, ok, ik zal wel meegaan.’ Dieudonné; was serieus, nogal stil, maar wees goed de weg. Al snel werd duidelijk waarom je moeilijk de weg kon uitleggen: kronkelweggetjes tussen de akkers, niet gemaakt voor een auto! Een dorp kan je Guirgo niet echt noemen, eerder een gebied met hier en daar een paar nederzettingetjes van families. Dieudonné; vraagt rond naar Salfo en Salamate. Vrij snel vinden we ze. Hilariteit op het erf natuurlijk. De buren komen af, de moeder is dolblij, Raki wordt in allerijl per fiets van school gehaald. De vader bekijkt alles vanop een afstand. Raki is heel serieus, heel beleefd. We geven de pagne af in naam van Hedwig. Prompt krijgen we een geweven doek mee, voor Hedwig. Weer typisch voor hier: die doek is eigenlijk veel meer waard dan die pagne!
‘Als we geweten hadden dat jullie kwamen, hadden we iets klaargemaakt,’ zei de moeder, ‘Jullie hebben zoveel moeite gedaan om tot hier te komen!
Ongelooflijk! Bedankt!’ Ach, dat valt wel mee. Dieudonné; vertaalt telkens. Hij begint er plezier in te krijgen, lacht al eens en wordt wat losser. ‘Le maître a demandé; pour vous, à l’é;cole,’ zei Raki. ‘Dieudonné;, heb jij nog tijd?’ Hij moet altijd lachen als we dat vragen. Hij heeft alle tijd. Naar de school. Het is middagpauze. Fier troont Raki ons mee naar de leerkrachten. Daar worden we op een stoel gezet vooraan in de klas. Alle ogen van de leerkrachten en het oudercomité; op ons gericht. Stilte. ‘Euh, iemand had naar ons gevraagd?’ ‘Ah ja, gewoon, dan kan je de school eens zien. Er is een oudercomité; en een leerlingenraad.’ ‘Amaai, tof!’ Buiten aan de ramen en de deuren, honderde nieuwsgierige gezichtjes. De leraren zeggen dat ze moeten weggaan. Ze luisteren niet. Dan gaat é;é;n leerkracht naar buiten en dreigt met iets. Ik weet niet wat, vraag het mij wel af, want het werkte onmiddellijk!
We brengen Raki en haar zus terug naar huis. ‘We komen nog even dag zeggen.’ Dat apprecieerde de moeder weer enorm. En ja, hoor, ook de vader kwam nu een beetje los. Hij vroeg een foto te nemen van hem als hij aan het werk was. Hij is namelijk smid. Fier poseerde hij.
‘Dag iedereen! Bedankt!’ ‘Nee, jullie bedankt!’ ‘Nee, jullie‘’ ‘Nee‘’ ‘Daaaag!’
‘De mensen waren echt content, hé;,’ zegt Dieudonné;.
Terug in Pouytenga, nodigen we Dieudonné; uit om samen met ons te eten. Zijn neef nodigt zichzelf uit. We bestellen kip en frisdrank. Feest dus. Dieudonné; straalde helemaal toen Gert vertelde: ‘We stapten uit in Pouytenga en keken eens rond. We zagen jou en dachten: dat ziet er ‘un homme sé;rieux’ uit!’ Het is hier immers een groot compliment als ze je ‘serieus’ noemen.
Na het eten nemen we afscheid. Iedereen weeral eens tevreden.

Wij rijden terug richting Ouaga. Onderweg hadden we een plakkaat gezien van een kampement. We rijden er naartoe. Blijkt het een superchique jagerskampement te zijn, 50 000 CFA voor een kamer, 5000 CFA om te kamperen. De man toont ons het zwembad en de bar en wij zeggen: ‘5000 CFA, dat is teveel voor ons.’ Normaal is het immers 3000 CFA in Burkina. De man wist niet wat hij hoorde. Hij is duidelijk andere blanken gewoon.
Wij duiken de brousse in. Bushcampen, ik heb er eigenlijk geen schrik meer van. Die enkele herders en dorpelingen laten u altijd met rust en doen dus zeker geen kwaad.
‘s Anderendaags belanden we terug in de OK Inn. Daar zitten we dan nu, aan het zwembad, net een lekkere fruitsla gegeten en een gigantische portie frieten met mosterd en ketchup.
Het plan is om morgen of overmorgen naar Ghana af te zakken. Via de grensovergang in Lé;o, langs de westkant willen we richting kust rijden. Volgens Nicolas is dit de mooiste weg en rustig, want weinig toeristen en weinig politiecontroles.