For all our traveler friends.
Enjoy!
Update: 29 may 2009
more updates coming soon…
Gert
Wilde en andere avonturen op onze rondreis door West-Afrika.
België, Frankrijk, Spanje, Marokko, Mauretanië, Senegal, Mali, Burkina Faso, Mali, Burkina Faso, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Nigeria, Niger, Burkina Faso, Mali, Mauretanië, Marokko, Frankrijk, België
Ons weekendje aan het strand van de Niger was zalig! Heerlijk veel gelachen! Geen krokodillen gezien. Daarom heeft Gert zelf maar voor krokodil gespeeld. Heerlijk gegeten (dankjewel Boubou) en telkens een delicieus theetje (dankjewel Ehameye).
Alleen ‘s nachts was het effe spannend! Begint het me daar ineens ongelooflijk te stormen. Regen, maar vooral een heel harde wind. Charlotte en Boubou vluchtten in hun auto en hebben daar de hele nacht krom gelegen. Maïka en Ehameye kropen in hun veel te klein Quechua 1seconde tentje met een hoop matrassen en andere spullen. Ehameye zijn voeten staken eruit. Wij zaten in onze tent die heen en weer schudde van de wind. Ik had schrik dat er stokken zouden breken. Gelukkig is dat niet gebeurd. Zo’n storm was voor ons geleden sinds Marokko. ‘s Anderendaags verscheen er weer een zonnetje! Warm zelfs, maar geen nood, de Niger was vlakbij!
Het was een mooie afsluiter van ons retourbezoek aan ons geliefde Mali.
We trokken richting Mauretanië;. Onderweg nog geslapen in Diema. Dara had ons een kampementje aangeraden van een Spaanse madam. Zijzelf zou er niet zijn, maar we hadden een telefoonnummer van een man die er nu voor zorgt. In Diema reden we alle mogelijke wegen af, maar vonden geen kampement. We zagen wel hutjes die geleken op de foto’s van de website, maar die waren totaal onderkomen en er was niemand. We vroegen info aan een gendarm. Hij belde voor ons de man op. Hij zou dadelijk afkomen. ‘Vriendelijk van die gendarm’, dacht ik, tot hij om een cadeau vroeg. Ik heb maar gedaan of ik het niet hoorde. De man kwam. ‘Volg me maar,’ zei hij. Waar nam hij ons mee naartoe? Naar de vervallen huttekes! Er was niets of niemand. Het was eigenlijk gesloten nu, maar we mochten er gratis kamperen. De man is zelfs nog water gaan halen voor ons.
Tja, ‘t was gene vette, Dara, maar we hadden wel een plek om te slapen, dus we waren weeral content.
De volgende dag de grens over. Geen enkel probleem tot de allerlaatste post. Een megacorrupte Mauretaanse douanier. We moesten 3000 UM betalen voor de stempel in onze carnet, wat natuurlijk niet nodig is. Het gaat recht in zijn eigen zakken. Het was tête dur tegen tête dur. Wij vatten post op een paar stoelen en hij ging slapen op zijn mat. Vier uur hebben we daar gezeten. Ondertussen zagen we taferelen waar onze mond van openviel. Een lokale vrachtwagenchauffeur moest 24000 UM betalen! De man probeerde te onderhandelen, te discussië;ren, maar het haalde niets uit. De bullebak draaide zich eens om op zijn mat. Heel veel mensen schudde verbijsterd hun hoofd, maar iedereen betaalde. Een Fransman die hier dikwijls kwam, vertelde ons dat de chef van deze post heel vriendelijk is en nooit geld vraagt, maar deze douanier altijd. Hijzelf was gepresseerd, dus hij betaalde maar. Van de Fransman kregen we de naam en het telefoonnummer van de douanier. We betaalden en vertelden de kakkerlak dat we een klacht zouden indienen tegen hem op het bureau in Nouakchot. Uiteindelijk hebben we dat spijtig genoeg niet kunnen doen, omdat we tijdens het weekend in Nouakchot waren, maar we zullen zijn naam zeker in onze excel file voor andere overlanders zetten, met de vraag of ze hem het leven zuur willen maken. Deze excel file gaat trouwens al goed rond.
Zo’n grens is zo nefast voor het toerisme! Nukkig begonnen we immers aan het bezoek van Mauretanië;. Liefst wilden we zo snel mogelijk weg uit dit rotland. Dit gevoel werd alleen maar versterkt door dezelfde ervaring als vorige keer: de zwarte mensen, de vrouwen en de kinderen zijn heel vriendelijk, maar de ‘blanke’ mannen zijn dikke nekken.
Het enige positieve aan dit land is zijn prachtige woestijn. De route de l’espoir van Mali naar Nouakchot is lang en ondraaglijk heet, maar adembenemend mooi.
In Nouakchot gingen we terug naar Auberge Menata, waar ik erg naar uitkeek. Het deed goed daar wat uit te rusten. De zeebries maakte het weer heel aangenaam.
Op een avond kregen we een mailtje van Roy en Michelle, de Brazilianen. Zij zouden een dag later aan de piste van Choum beginnen, door de woestijn van Mauretanië;. Of we mee wilden? We hadden er erg veel zin in, maar dan zouden we in snelvaart naar Atar moeten rijden en de volgende ochtend onmiddellijk vertrekken voor de tocht. We wisten dat Roy en Michelle de piste in twee dagen moesten afleggen om nog op tijd de grens te kunnen oversteken, voor het verstrijken van hun visum. Het leek ons wat te hectisch en besloten het niet te doen.
‘s Morgens werd ik wakker van veel lawaai:
BENG BENG KLETTERKLETTER. Het leek mij of iemand vuilbakken aan het uitkappen was in containers. Wat vertelde men ons als we goed en wel uit de tent waren??? Dat het granaten waren en mitraileurschoten! De politie die demonstranten uit elkaar dreef! Op 6 juni vinden er immers verkiezingen plaats. In heel de stad, in heel het land zie je overal affiches met dezelfde man op! Wie tegen is, krijgt een granaat naar zijn kop! Het geluid was dus niet BENG BENG KLETTERKLETTER, maar KNAL KNAL RAKKETAKKETAK…
Het was tijd om dit land te verlaten!
In plaats van de woestijnroute te nemen met Roy en Michelle reden we naar Nouadhibou om zo snel mogelijk naar Marokko te reizen. We snakten naar wat cultuur.
Oh, wat kregen we een spijt!!! In Nouadhibou ontstond er een crisis tussen ons en met onszelf. Vooral Gert had het er heel erg moeilijk mee. Hij had zo graag nog eens in het zand gereden…!
We ontdekten dat we het niet alleen moeilijk hadden met de woestijnkwestie, maar vooral ook met de terugweg. ‘t Is precies al gedaan. Vooral Gert heeft het hier lastig mee. Nochtans kijken we wel uit naar onze thuiskomst, om iedereen terug te zien, om weer de kleren te kunnen aandoen die je wil, om op te gaan in de menigte zonder dat iemand je aangaapt, om een pint te gaan pakken, om pasta met gerookte zalm en dille te kunnen eten, en yoghurt en allerlei kazen en vanille ijs met aardbeien, om op ‘t Zimmerplein te gaan zitten of de Dageraadplaats… zucht… Ge ziet, we kijken ernaar uit, maar tegelijkertijd bekruipt er u iets vreemds, iets waar zoveel mensen u voor waarschuwen, maar waarvan je hoopt dat het jou niet zal overkomen…
Enfin, we zijn de grens overgestoken. Vanaf de Marokkaanse grens begint het westen. Dat merk je al aan de grensformaliteiten, strikt, vriendelijk, professioneel, correct, met computer, de enige grens waar ze onze auto doorzochten. De tent moest open. Dan kijken ze wel verbaasd op! Er was maar é;é;n man die niet tof was, é;é;n van de gorilla’s die de auto doorzochten. Hij heeft onze koekjes platgeknepen en zei dat ik in de auto moest gaan zitten. Dat heb ik dus niet gedaan! Ik zei dat het te warm was in de auto. Wat denkt die wel, mij efkes zonder reden kunnen commanderen waar ik moet gaan zitten!
‘s Avonds kwamen we aan in Dakhla, een bekende plek voor surfers, kiters en mobilhomen. Daar hebben we een dagje uitgerust in de baai aan het strand.
Dan volgden we op aanraden van een Frans koppel een piste in de woestijn. Die zou leiden naar een warmwaterbron waar je kan in baden. Wel voorzichtig zijn, niet van de piste afgaan, want de Westelijke Sahara ligt immers nog steeds bezaaid met mijnen. De route was mooi, maar de bron, hmm, daar hadden we ons toch lichtelijk iets anders bij voorgesteld! Wij dachten aan een kloof met planten en watervalletjes, maar ‘t was een stinkend stenen reservoir omringd door koeien- en kamelenuitwerpselen.
We zijn er dus niet ingekropen, maar hebben ons een eindje verder een plekje gezocht in de eindeloze woestijn om te overnachten…machtig.
Nog een traditionele thee voor het slapen gaan.
‘s Morgens reden we terug naar de asfaltweg. We namen voor een stuk een andere route en kwamen zo uit op een grote piste. Aan het kruispunt met de asfaltweg was een legerkamp. Die keken wel even raar op toen wij daar uit de woestijn kwamen, maar blijkbaar was het toch geen probleem.
We reden naar Luc en Martine, nog een plekje waar ik naar uitkeek, die kleine camping van twee Belgen, in het midden van de woestijn, aan een zoutvlakte.
‘t Was er nog steeds even rustgevend, maar spijtig genoeg waren Luc en Martine op vakantie in België;. De guardien, Hassan, was echter heel vriendelijk en we mochten er zowieso overnachten. Het sanitair was wel dicht. Spijtig, want dat was zo gezellig gemaakt en zo proper de vorige keer. Ach ja, de duinen zijn ook best proper 😉
Daarna hebben we een nacht geslapen op een camping in de buurt van Guelmim. Sinds dan zijn we de Sahara door. Het viel ons deze keer op dat de steden in de Westelijke Sahara zo artificieel zijn. Toch ook maar raar zo’n streek vol militairen. Wat nog altijd hetzelfde is, zijn de Sahariwi: vriendelijke theezetters die zich erg onderdrukt voelen. ‘Wat is er toch gebeurd?’ zei een man, ‘Mauretanië; was Frans. De Fransen zijn weggetrokken en Mauretanië; is onafhankelijk geworden. Hetzelfde geldt voor alle omliggende landen. Wij waren Spaans. De Spanjaarden zijn vertrokken en de Marokkanen hebben het ingepalmd.’ Hij schudde met zijn hoofd.
Vandaag zijn we in Tafraoute. We hebben besloten om toch nog enkele mooie weggetjes mee te pikken in Marokko. Ik had nog ergens een klein papiertje met tips van Anje en Stefan en Tafraoute stond daarbij. ‘t Is hier zalig. We zitten op een kleine, eenvoudige, superpropere camping. Geen kat te zien, buiten een koppel Nederlanders. De patron is een vriendelijke man. Het belangrijkste: we zijn omringd door bergen, een prachtig landschap. De temperatuur ‘s nachts is wel even wennen, brrr. Hier lassen we een pauzedag in.
We voelen ons al terug wat beter. Gert kan weer lachen. Hij is zelfs uiterst vrolijk, goed gezind en lief. Ik ben moe. Ik zal eerst vakantie moeten nemen als we thuiskomen, denk ik 🙂 Vanacht ben ik pas om drie uur in slaap gevallen. Niet onmiddellijk kunnen inslapen, dat is negen maanden geleden… Ik lag te piekeren over enkele minder leuke aspecten die bij thuiskomen horen…
Marokko doet ons wel deugd! Ik was benieuwd hoe we Marokko nu zouden ervaren, na zo lang in zwart Afrika gezeten te hebben. Wel, het is nog steeds heerlijk. De mensen zijn supervriendelijk, de politie wuift je met een glimlach na en wenst je een leuke vakantie, geen afzetters, rustig, mooi, zalige temperaturen, terug veel groentjes… Een groente- en fruitwinkeltje in Laâyoun was voor ons het paradijs op aarde. We genieten ervan.
Ons verdere plan: via de pittoreske route langs de Toubkal naar Marakkesh, van daaruit rechtstreeks naar Fès. Deze stad willen we nog graag even bezoeken. En dan tot bij onze vrienden in Guercif!
Vanuit Nador zou er een boot zijn naar Sete (Frankrijk). Dan ben je twee nachten onderweg. Lijkt ons wel iets om kilometers en tijd te sparen. We willen immers graag eind juni terug zijn.